GR70 chemin de Stevenson 09
etappe 09, 16km Florac – Cassagnas
Vanochtend, als ik net de tent uit ben gekropen, wordt ik aangesproken door een jong stel, dat gister ongeveer gelijk met mij bezig was om even verderop hun tentje op te slaan. Of ik nog een paar wandelschoenen bliefde, want zij liep er eigenlijk niet zo lekker op… Hoe raar kan het lopen. Ik bedank ervoor en laat ze trots mijn eigen nieuwe schoenen zien. Als ik even later gepakt en wel bij de eigenaresse van de camping afreken, vraagt zij mij hetzelfde. Het stel heeft de schoenen bij haar achtergelaten voor de liefhebber. Het zijn best mooie, stevige wandelschoenen. Voor de grap doe ik ze even aan en ze blijken nog goed te passen ook! Hadden ze het me nou maar eerder gevraagd… Ach, ze zullen binnenkort vast iemand anders blij maken.
Ik steek de brug waar de camping naar genoemd is over, om de rivier aan de overzijde naar het zuiden te vervolgen. Voor mij, toren de kale rotspieken van de Causse Méjean hoog boven het plateau uit en ik weet ze nog net te fotograferen voordat bewolking ze aan het zicht ontrekt.
Verderop doen prachtig afgesleten rotspartijen het water in de rivier kolken en daarachter laat een Romaans bruggetje mij toe om nogmaals droog over te steken. Aan de overzijde gaat het pad steeds verder omhoog een berg op en voert mij even later door een betoverend woud. Ik voel mij haast als een middeleeuwse pelgrim en begin al te fantaseren over struikrovers en zo. Bij een beekje rust ik wat uit op een boomstronk en eet wat. De bomen om mij heen zijn begroeid met lianen.
Waar verderop het bos wat minder dicht begroeid is zie en hoor ik af en toe een autoweg, aan de overkant van het riviertje de Mimente, dat ver beneden mij voort kabbelt in dezelfde richting als ik. Uiteindelijk daalt het pad en kruist beide om aan de overzijde van de kloof, ter hoogte van Saint-Julien l’Arpaon de rivier weer verder te volgen.
Bij een kraantje hervul ik mijn nieuwe veldfles. Het pad volgt vanaf hier een oude spoor route, inclusief spannende donkere tunnels. Links domineert een wand van leisteen, rechts de gapende kloof met onderin de her en der kolkende Mimente.
Dan haal ik het jonge stel van de schoenen in. Zij loopt nu op sportschoenen en klaagt over blaren. Ik biedt haar wat Geh-Wohl aan, dat mijn eigen blaren inmiddels op wonderbaarlijke wijze tot eelt heeft getransformeerd …!
Aan het eind van de etappe arriveer ik bij een voormalig stationnetje, le Gare de Cassagnas. Van het orginele gebouw lijkt niets meer over, maar de koeltoren voor de stoomlocomotieven staat nog overeind. met een beetje fantasie zie je er zo een staan te puffen.
Net na mij arriveert onder veel belangstelling van andere wandelaars een gezinnetje met een kindje op een ezel. De ezel krijgt een plekje in een weitje met soortgenoten en een baal hooi. Ik zelf neem genoegen met plekje op het terras en een pastis.
Nadat ik de tent heb opgezet verken ik de omgeving. Het dorpje is een paar kilometer verderop, mij te ver zo vlak voor het eten. Maar er is wel tijd genoeg om even lekker te zwemmen in het naastgelegen stuwmeertje!
En daarna volgt alweer een lekker en gezellig diner, een uitgebreid buffet van streekgerechten. Dit keer zit ik aan tafel met die dikke- maar-inmiddels-niet-meer-bezwete wandelaar en zijn vrouw en enthousiast delen we onze toenemende wandel genoegens.
Geheel voldaan kruip ik daarna in respectievelijk tent en slaapzak en val als een blok in slaap.