GR70 chemin de Stevenson 03

etappe 03, 19km PradellesLe Cheylard L’Evêque

Error When Retrieving NextGen Gallery galleries/images: $e

Opnieuw bepakt en bezakt volgen we de westelijke stadswal, met een weids uitzicht over de vallei. Dan verlaten we het stadje via nog meer prachtige steegjes en een heuse stadspoort.

We lopen nu heuvelaf en het landschap van de Lozère straalt ons tegemoet. Volgens de  parochiale registers werden deze contreien van 1764 tot in 1767 geterroriseerd door “la bète Gévaudan“, de lokale variant van een weerwolf, met maar liefst 112 doden en 58 gewonden, voornamelijk vrouwen en kinderen, tot gevolg. La bète de Gevaudan
In opdracht van koning Lodewijk de XV hebben meerdere jagers steeds grotere wolven gedood, maar de aanvallen gingen door, totdat uiteindelijk ene Jean Chastel er nog eentje op 19 juni 1767 doode in Sogne d’Auvers. Desondanks gaat het gerucht dat het beest nog rondzwerft en schrikken we ons een hoedje als in ons voorbijgaan een waakhond aanslaat….

Inmiddels beginnen mijn blaren steeds hinderlijker te worden. Vlak voor Langogne ontmoetten we een stel wandeIende jongeren die daar alles vanaf weten. Ze leggen me uit dat je blaren moet doorboren met naald en draad, dat laat zitten om het vocht langs af te  voeren. In de plaatselijke apotheek schaf ik blarenpleisters, alcohol (om te ontsmetten)  en arnica massage-olie tegen de ook al erger wordende spierpijn aan.

Ook Langogne is een historisch (Romaans) stadje, maar we hebben niet zo’n behoefte aan sight-seeing. We drinken er koffie op een café-terras en onderwijl plak ik de eerste blarenpleisters. Daarna worden we verleid door heerlijk geurend en prachtig uitgestald fruit in het winkeltje ernaast, kopen wat voor onderweg en gaan weer verder.

Als we het dorpje Saint-Flour-de-Mercoire binnenlopen worden wandelaars daar middels een bord op grootse wijze welkom geheten en gewezen op een picknick gelegenheid verderop. Het gehucht blijkt te praktisch te zijn ingesteld. Het beschikt over een stenen gebouwtje dat dient als gemeenschappelijk broodbak oven. De picknick plek blijkt een lelijke abri te zijn, echter wel geschikt voor het nuttigen van onze lunch en om ondertussen de was te laten drogen.

Na een middagje wandelen arriveren we, enigzins vermoeid in Le Cheylard L’Evêque. Het blijkt een bergdorpje zoals ik die ken uit Tirol, inclusief chalets. Nog een stukje hogerop is een kapelletje te bewonderen, maar ik ben te moe voor nog een klim.

We rusten wat uit tot etenstijd. Dat blijkt het wachten waard, want wat de gastvrouwen ons wandelaars aan de grote tafel voorschotelen is een waar gastronomisch 5 gangen menu, bereid met de lekkerste ingredienten uit de regio, waaronder vers geschoten hert voor deze inmiddels-niet-meer-vegetarieër en vers geplukte paddestoelen. Het menu wordt afgesloten met allerlei kaasjes (ook uit de regio). Met enige voorzichtigheid proef ik de meest riekende, waarop een fanatieke medewandelaar mij ernstig toespreekt: “il faut manger la croûte!”

volgende etappe

vorige etappe

intro

Dit vind je misschien ook leuk...