GR70 chemin de Stevenson 04

etappe 04, 19km Le Cheylard L’EvêqueLa Bastide-Puylaurent

Error When Retrieving NextGen Gallery galleries/images: $e

Vanuit Le Cheylard L’Evêque is het eerst weer klimmen, dat beloond wordt met een prachtig uitzicht over een zo te zien vruchtbaar dal. Verder naar het zuiden dalend wordt het steeds bosrijker. Langs de route bloeien prachtige bloemen, waaronder reusachtige gele gentiaan.

We doorkruisen een ruig bos over smalle wandelpaadjes en worden ineens geconfronteerd met een bordje dat aangeeft dat het daar verboden voor auto’s is. Alsof die daar überhaupt kunnen komen! Daar voorbij blijkt er echter een parkeerplaats met een eigen toegangsweg. De reden daarvan wordt ook al gauw duidelijk. Er doemt een prachtig meertje op, met een vissteiger. Een nieuw bord geeft aan dat dit een recratiegebied is en tevens het begin van een nationaal park dat zich oostwaarts uitstrekt tot ver in de Ardêche.

We volgen het pad en beklimmen uiteindelijk een heuvel waarboven de contouren afsteken van de restanten van het kasteel van Luc. We beklimmen de gerestaureerde toren en genieten van een weids uitzicht over het dal van de Allier.

Het is nog een flink eind lopen naar La Bastide-Puylaurent het eindpunt van de etappe, maar mijn voeten willen nu echt niet meer. De blaren schreeuwen om verzorging en die pleisters klonterden voornamelijk. Herman op zijn sandalen is echter zo fit als een hoentje en we besluiten dat hij vooruit gaat om zijn auto, die daar immers staat, alvast op te gaan halen. Als Hermes met zijn gevleugelde sandalen gaat hij op weg en laat mij achter in het enige, troosteloze café van Luc. Ik dood er als enige klant de tijd met een verkwikkend glas eau de menthe en het plaatselijk suffertje. Het café is te koop. Ik begrijp wel waarom…

Daar komt Herman al met zijn busje. Wat heeft hij snel gelopen, zeg. En gereden. In no time bereiken we La Bastide en we besluiten dat hij mij af zal zetten in de abdij van Notre Dame de Neiges. In dit klooster heeft ook Stevenson destijds in contemplatie overnacht en het leek mij dan ook wel een geschikte plek voor een gewonde wandelaar om te herstellen.  

Er blijkt  wel e.e.a. veranderd te zijn sinds het bezoek van Stevenson. In een van de gebouwen staan imposante houten wijnvaten, maar de wijn word verkocht in een heuse boutiek vol christelijk gepimpte prularia. We zien kopers doosjes wijn naar hun geparkeerde middenklasse wagens brengen, terwijl vanuit een vrachtwagen dozen met hetzelfde opschrift juist naar binnen worden gedragen. De kloosterwijn komt tegenwoordig uit de fabriek….

We zoeken de concierge op, een vriendelijke oude man, die echter laat weten geen plek voor mij te hebben. Dus brengt Herman me maar weer terug naar La Bastide, waar we uiteindelijk van harte welkom werden geheten door Phillipe, in zijn maison de hôtes l’Etoile.

Ik neem afscheid van Herman, die immers terug naar huis moet om te zorgen voor zijn nieuwe gasten. Ik krijg zijn tentje mee en mag die opzetten in de tuin van l’Etoile. Daarna is het tijd om de blaren te verzorgen…

Tijdens het eten, wederom gezellig aan lange tafels met vele andere wandelaars, komt er een jonge gast binnen stormen. Geheel bezweet en hijgend, alsof hij zojuist is achterna gezeten door het beest van de Gevaudan. Hij vertelt echter dat hij steeds 2 etappes van de Stevenson route combineert en vandaag maar liefst zo’n 40 kilometer heeft gelopen. Ik moet er met mijn blaren niet aan denken. Maar hij grijnst en valt aan op het eten, hongerig als een wolf…

Ik besluit om een dagje extra te blijven om mijn blaren de kans te geven te herstellen. De volgende dag slaap ik lekker uit en strompel een beetje door het dorp, dat een en al vergane glorie uitstraalt. Daar tref ik een enorm leeg staand hotel, dat te koop is. Zou dat misschien wat voor mij zijn…..?

volgende etappe

vorige etappe

intro

Dit vind je misschien ook leuk...